STONE RIVER BOYS - THE BORDERLINE DIEST 23/01/2011 | ||||||||||
|
Dave en Mike, welkom in The Borderline in Diest. Dave, hecht je geloof aan lotsbestemming? Zeker, ik denk dat alles wat hier op aarde gebeurt een welbepaalde reden heeft. Waarom weet ik niet, maar ik krijg zoveel tekens waar ik me dikwijls vragen bij stel, maar je mag daar niet bij stilstaan. Je moet verder, ondanks alles wat er je overvalt. Je ziet wel wat er gebeurde met “Brother Gaff” (Chris Gaffney). Zowel Mike als ik kenden hem, maar het was zijn ziekte die ons samenbracht. Mike en ik besloten om een tournee te organiseren om Gaff te helpen, maar helaas heeft hij zijn ziekte niet overleefd. We zijn gewoon verder blijven toeren en Mike had zulke goede songs geschreven en ik had nog zoveel studiomateriaal liggen, dat ik vond dat we er gewoon voor moesten gaan. Onze sound was echt uniek, vanaf het eerste moment dat we samen speelden. We sloten ons gewoon op in de studio en begonnen keihard aan onze songs te werken. Mike en ik zaten beiden in hetzelfde parket. Ook hij verloor op hetzelfde tijdstip één van zijn beste vrienden en we hadden veel steun aan elkaar. Alsof dat nog niet voldoende was werd Thomas Yearsley (bassist bij The Paladins) nog aangereden door een trein toen hij zijn hond wilde redden. Rampzalig, ik kon mijn oren niet geloven toen ik dat hoorde. Gelukkig is hij opnieuw voor honderd procent in orde vandaag, maar als je zoiets verneemt, verwacht je natuurlijk het ergste. Ik herinner met het moment nog levendig. We waren op de terugweg van een concert in de buurt van Amarillo, toen ik plots een lading van meer dan twintig berichten tegelijk binnenkreeg op mijn gsm, van verschillende mensen. Plots las ik er één van de vrouw van Thomas, met de woorden: “Thomas is ok”. Ik zei, mijn God, wat is er nu gebeurd. Hij was achter zijn hond aangelopen die een overweg opliep toen er een trein kwam aan denderen. Die hond was als een familielid voor hem, maar de redding kostte hem bijna zijn leven. Thomas werd aan het hoofd geraakt door de trein. Gelukkig is dit alles goed afgelopen, want weer iemand verliezen die je al zo lang kent zou wel catastrofaal geweest zijn. Denk je dat muziek wonden heelt? In zekere zin wel, maar het rijt soms ook wonden open. Soms helpt een goede song je er helemaal terug bovenop, maar anderzijds kan je er ook danig door geëmotioneerd geraken. Zowel Mike als ik zaten in een herstelfase, maar we hadden een prachtige collectie songs en zijn dolgelukkig en zeer trots dat we dit album hebben gemaakt en ermee naar Europa kunnen komen. Met Chris Gaffney was je motto, geen muzikale grenzen. Was het ook dit dat jullie verbond? Weet je, iedereen heeft muzikale grenzen en beperkingen, maar wij proberen steeds nieuwe openingen te vinden. Veel mensen moeten niet weten van country muziek, totdat ze ons horen spelen en dan zijn ze plots hevige fans, omdat we er een andere wending aan geven. Onze country heeft blues, soul, Texas rock’n roll, West Coast, Golf Coast en Nashville country in zich en hierdoor krijg je de unieke sound van de Stone River Boys. Wij mengen veel stijlen door elkaar zodat je niet vast komt te zitten bij één welbepaalde stijl. Ik ben daar al mee bezig van bij The Paladins, zodat we niet de zoveelste rockabilly band in de rij werden en ook met Chris bij de Hacienda Brothers, die dan weer meer country in zich hadden, maar met de R&B stijl van Chris Gaffney weer een andere, mooie wending kreeg. Op diezelfde manier zijn we bij The Stone River Boys bezig. Je had ook gewoon kunnen verder gaan met de Hacienda Brothers, met Mike Barfield als zanger? Dat zou niet hetzelfde geweest zijn. In het voetbal speel je ook niet in de truitjes van de andere ploeg. Ik zakte naar Texas af zonder enig idee om een band op te richten. Ik kwam er naartoe om een plaat op te nemen, samen met Mike en ontmoette in Austin zoveel fijne mensen die wilden meewerken aan ons nieuw album. Er waren absoluut geen plannen gemaakt om een band op te richten, laat staan om op tournee te gaan. We wilden eerst een plaat opnemen en de vonk voor een band op te richten sloeg over allemaal tijdens de tribuuttournee ten voordele van Chris Gaffney’s familie. Er zijn nog steeds mensen hier in Europa die menen dat Stone River Boys een tribuutband zijnvoor Chris Gaffney. Nee, Mike en ik werken nu al bijna drie jaar samen. Het duurde ongeveer een jaar voordat we het album samengesteld hadden en we tourden in 2009 zonder dat we een release hadden. Uiteindelijk kwam het album uit in juni 2010 en toen hebben we er alles aan gedaan om zoveel mogelijk rond te trekken met onze debuutplaat. Een Europese tournee werd altijd maar uitgesteld, maar eindelijk zijn we hier geraakt en 2011 kon voor ons niet beter beginnen. We zijn echt heel blij met onze nieuwe sound. De mensen kennen Mike’s songs van The Hollisters en mij van Hacienda Brothers en Paladins en het is fijn als je de reactie ziet en hoort van de mensen die onze nieuwe band fantastisch vinden met zijn unieke sound. Dave, je staat vermeld in het lijstje van de honderd meest onderschatte en ondergewaardeerde gitaristen in de wereld. (lacht) Hou dat maar zo. Nochtans is de signature Guild X 500 Paladin aan je opgedragen en je hebt zelfs een baritongitaar gebouwd voor Fender, die ze waarschijnlijk in productie gaan brengen? Ik speel al jaren baritongitaar en ik ben gek van die diepe, warme bassound. Ik ontwikkelde een prototype voor Fender, met de body van een Fender Jazzmaster, zonder tremolo en een vaste brug, Jazzmaster pickups en de hals van een Fender VI, gespoten in Antigua kleur. Ik hoop dat ze in productie wordt gebracht. Ik speel op tournee hier in Europa op een Danelectro bariton gitaar, die eigenlijk heel goed klinkt, omdat ik niet graag zover rondsleur met mijn pronkstuk. Ik heb ooit een bariton van Fender gekregen, maar de scale van de gitaarhals was te kort, zodat ik ze niet laag genoeg kon stemmen. Fender heeft eigenlijk nooit een echte baritongitaar gemaakt, wel een zessnarige bas, maar dat is niet hetzelfde. Ik zat al tien jaar aan hun mouw te trekken om een echte baritongitaar te bouwen, totdat ik het beu werd en er zelf eentje in elkaar stak. Ik heb al de overbodige rommel die op een Jazzmaster staat eraf gekieperd, alles hertekent en echt de gitaar gebouwd die ik wilde. Iedereen die ze hoort spreekt er vol lof over en ik krijg constant vragen over waar je ze kan kopen. Dus eigenlijk wordt het tijd dat ze in productie komt.
(Mike) Voor mij is daar nooit iets aan verandert. Bij ons in Texas is die danscultuur nog levendig aanwezig. Ik weet niet hoe het er in Europa aantoe gaat, maar bij ons gaan mensen echt uit om te dansen op muziek die live gespeeld wordt. Het schept ook een verbondenheid en werkt even ontspannend voor de artiest als voor het publiek, omdat je beiden met hetzelfde bezig bent, namelijk de muziek. Het stoort me anderzijds niet dat er mensen zijn die genieten als ze enkel luisteren, maar ook voor ons is het een geruststellend gevoel wanneer je de massa in beweging ziet komen, omdat je dan zeker weet dat iedereen op dezelfde lijn zit. Zeker de soul, funk en R&B nummers die we spelen zijn onweerstaanbaar dansbaar. Mike bracht ook een flinke portie humor mee op het podium. Als ik je bezig zie in bijvoorbeeld “The Struggle”. (Mike) Ik neem mezelf liefst niet te serieus hoor en probeer mijn gekte op het publiek over te zetten. Dat zal niet moeilijk zijn met al die aanstekelijke nummers als “The Struggle, Special, Lovers Prison” of het super funky “Boomerang”. (Dave) We hebben een prachtige plaat gemaakt. Mike en ik vullen elkaar perfect aan en niet alleen heeft hij een geweldige stem, maar hij speelt ook nog mondharmonica en gitaar. We luisteren zelf veel naar muziek, kopen een pak platen en hebben er zelf al veel gemaakt, en als ik dan naar dit album luister ben ik super tevreden. Het is ook een zeer afwisselende plaat geworden met een diversiteit aan instrumenten die je normaal niet hoort in bepaalde stijlen. Die mix maakt het juist interessant. Je hoort een R&B song met een funky tune, een steel gitaar, een bariton gitaar of een mondharmonica. We houden zowel van blues, soul als van countrymuziek en al die invloeden schieten door je hoofd en creëren voor ons eigen, spontaan geluid. Mike, je hebt een prachtige bariton stem met een enorm groot bereik. Wat gaf jou de aanzet tot zingen? Als ik klein was speelde mijn moeder altijd platen van Elvis Presley. Ze zong die dan mee, terwijl ze haar huiselijke taken vervulde en dit was de eerste aanleiding voor mij om ook te zingen. Ook Hank Williams en Dean Martin passeerden de revue. Mijn vader op zijn beurt luisterde zowel naar popmuziek als naar Johnny Cash, Count Basie, Big Joe Turner of Johnny Mathis en had ook een voorkeur voor zangers en stemmen. Ik vind jullie cover van “Take A Giant Step” van The Monkees, veel beter dan het origineel. Je hoort hier een andere song. Feit is dat toen Mike me de tekst voorzong, ik het lied nog nooit gehoord had. Het was alsof ze vuurwerk in mijn hoofd afschoten. Ik zat met een song van Johnny Paycheck in mijn hoofd en wilde absoluut dat de song die richting zou ingaan. Achteraf hoorde ik nog een versie van Taj Mahal van “Take A Giant Step”. Maar goed dat ik daar nooit op voorhand naar geluisterd heb, zodat ik echt onbevooroordeeld aan de song ben begonnen. Komen de andere bandleden ook aandraven met songs? Scott Esbeck, onze basspeler, schreef mee aan de titeltrack “Love On The Dial”. Scott is een goede songwriter, maar met Garry Newcomb, onze pedal steel speler, die ook al veel songs heeft geschreven, en Mark Patterson, onze drummer, zijn we nog niet in de studio geraakt. Met Garry Newcomb heb je weer een fantastische pedal steel speler in huis, net als Dave Biller. Liggen die muzikanten dan zo maar voor het rapen in Austin? Nee, echt goede pedal steel spelers zijn zeldzaam. Dave vertelde ons tijdens de opnames dat hij zich moeilijk kon vrijmaken om eventueel op tournee te gaan en het was op zijn advies dat we Gary Newcomb binnenhaalden. Deze jongen is een geweldig talent en een zegen voor de groep. Gary heeft ook zijn eigen band “The Gary Newcomb Trio”, en wanneer hij zelf met zijn eigen band speelt, roepen we de hulp in van de keyboardspeler van de plaat, James Sweeney. Het geheel klinkt dan meer R&B maar dit doet dan weer goed aan de meer countrygetinte nummers. Ik zou willen dat we continue een keyboardspeler in de groep hadden op tour, maar dat is helaas onmogelijk. Ik ben gek van “Think I’m Gonna Make It”, dat jij schreef Dave. Je weet wel hoe goede country hoort te klinken met schitterende gitaarwerk en een waanzinnig mooi slepende pedal steel. Dank je. Deze song schreef ik met Waylon Jennings in mijn achterhoofd. Het is mijn tribuut aan Waylon. Ik hield steeds zijn beeld voor ogen en dacht erover na welke song ik hem cadeau zou gedaan hebben moest ik hem ontmoeten. Ik was al met dit nummer bezig bij The Hacienda Brothers en had het hun al eens voorgezongen en ook daar werd het al enthousiast onthaald. Met de pedal steel haalde ik een typisch Waylon Jennings truukje uit in de studio, door ze dubbel op te nemen, zodat je een soort flanger-fazer effect krijgt. Eén ding is zeker voor mij: “The Stone River Boys Are Here To Stay”. We gaan er alles aan doen om het waar te maken. We hebben een goed platenlabel , Cow Island Music, en achter ons staan er de fantastische mensen van Twin Street Bookings die ons volop steunen. Het is onze eerste tour in Europa en hopen wat albums te verkopen op onze tournee, zodat de mensen Stone River Boys leren kennen. Ze kennen mij wel van Hacienda Brothers en Paladins en Mike van The Hollisters, maar de mensen moeten kennis maken met onze nieuwe sound. We hebben al contacten met organistoren om dit jaar terug te komen, maar eerst zouden we een tijdje in de studio willen doorbrengen om een nieuwe plaat op te nemen. We zijn al zo lang op tournee en je bent dan meestal te vermoeid om je echt te focussen op songwriting. Daarom wordt het hoog tijd dat we weer in de studio aan het repeteren slagen en kunnen doorwerken, zodat we tegen de zomer iets kunnen opnemen. Dat zijn dan heel mooie vooruitzichten. Ik wens jullie alle succes toe. Blowfish
|